De oorsprong van de naam Achtmaal is onzeker. Mogelijk is de naam afgeleid van Achte, dat rechtsgebied betekent, en maal, dat gerechtsplaats zou betekenen, maar ook andere naamsverklaringen zijn denkbaar. Achtmaal werd voor het eerst in schriftelijke documenten genoemd in 1295, als Achtmal. Pas in 1862 werd Achtmaal als parochie afgesplitst van die van Zundert. Achtmaal telde toen 134 huisgezinnen met in totaal 800 bewoners. Voor die tijd moesten de inwoners van Achtmaal in Zundert naar de kerk. De afstand was een bezwaar want zij hadden geen vervoersmiddelen zoals een auto of een fiets. maar in 1862 vonden zij dat Achtmaal een eigen kerk moest bouwen. Op 17 september 1862 werd Achtmaal een zelfstandige parochie en per 1 oktober werd Kapelaan de Bakker uit Zundert de eerste pastoor van Achtmaal, zonder kerk en zonder pastorie. In de schuur van Jan Tilborghs werd een noodkerkje ingezegend en op 10 oktober 1862 vond de eerste Heilige Mis plaats. De parochianen zamelen geld in zodat er een kerk gebouwd kon worden welke in 1863 gereedkwam.
De parochie ontving een reliek van de Heilige Cornelius, die de patroon en de beschermheilige van de parochie werd. Het beeld van de Heilige Cornelius was een geschenk van de toenmalige parochianen en was afkomstig uit Sprundel.
Deze reliek garandeerde een toestroom van bedevaartgangers. In 1923 werd zelfs een broederschap ter ere van deze heilige opgericht, die op haar hoogtepunt een duizendtal leden telde, voor het merendeel uit de Belgisch-Nederlandse grensstreek afkomstig. In de jaren 70 van de 20e eeuw kwijnde deze broederschap weg. Omstreeks 1980 was het met de verering van Cornelius goeddeels gedaan.
Op 15 september 1863, aan de vooravond van de feestdag van Heilige Cornelius, werd de nieuwe kerk, naar ontwerp van architect P. Stoffers, ingezegend. De kerk werd gebouwd op een perceel mastbos, welke geschonken werd door een Antwerpse koopman, J. v/d Berg. Het was een vierhoekig gebouw. De uitgestrekte tuin kreeg de pastoor in bezit door ruil van eigen grond, waarop jarenlang de molen heeft gestaan.
Onder pastoor Jos van Genk (1923-1944) werd in 1925 een praktisch nieuwe kerk gebouwd. Er kwam een nieuw priesterkoor, twee sacristieën, het dak en de toren werden vernieuwd en er werd een nieuwe kruisweg geconsacreerd. In 1930 werd een nieuwe pastorie gebouwd. In 1968 werd de kerk verbouwd en vergroot. Er werd aan beide zijden een beuk aan gebouwd zodat een kruiskerk ontstond.
In 1997 is de binnenkant van de kerk opnieuw geschilderd. Onder leiding van pater Wagenaars werd een werkgroep geformeerd die trachtte de benodigde financiën (ongeveer ƒ 80.000,- op te halen. Besloten werd een loterij te houden met loten à ƒ 150,- met een flinke prijzenpot.
Het 75-jarig bestaan van de parochie in 1937 werd op grootse wijze gevierd. Bij gebrek aan een harmonie, kwam de harmonie uit Schijf de festiviteiten opluisteren. Maar Achtmaal trok dit op zijn fatsoen en kort daarna had zij zelf een harmonie.
In 1962 bestond de parochie 100 jaar. Omdat dit nog in de tijd van het rijke Roomse leven was, werd ‘s morgens gestart met een Heilige Mis met 3 heren. De bezoekers konden niet allemaal binnen.
’s Middags vond een groot defilé plaats van 18 verenigingen waaronder harmonie, gidsen, voetbalvereniging, en luchtbuksvereniging. De plechtigheden werden afgesloten met een plechtig lof waarna nog een receptie, toneel en een operette door de schooljeugd volgden. De dag werd afgesloten met groot vuurwerk. Al met al een prachtig feest waarbij de gehele Achtmaalse bevolking betrokken was.
In 2012 is het honderdvijftig jarig bestaan gevierd. Ook toen werd in defilé door de kern gelopen met het Corneliusbeeld voorop en aansluitend alle verenigingen. Bisschop Liesen ging voor in de viering. De kerkbezoekers werden voor de pastorie getrakteerd op koffie met een broodje. ’s Middags was er een tentoonstelling in de kerk, met de parochieboeken, kazuifels en andere kerkelijke gebruiksvoorwerpen. Ook kon men de toren beklimmen.
Op de kruising Achtmaalseweg – Pastoor de Bakkerstraat stond oorspronkelijk een kruisbeeld dat verhuisd is omdat er gebouwd werd aan deze kruising. Het beeld is geschonken door familie Kustermans rond 1930. In die tijd verschenen vaker kruisbeelden langs de wegen.
Het kruisbeeld staat vanaf 1993 aan de Achtmaalseweg, op “de Geest”. In augustus 2020 is het kruisbeeld gerestaureerd en het beeld opgeknapt.
Naast de kerk staat een Heilig Hartbeeld, dat herinnerde aan de viering van het 40-jarig priesterfeest van pastoor van Horsigh op 14 juni 1959. Dit beeld is later door pastoor Verdurmen (1963-1988) vervangen door een ander, groter, Heilig Hartbeeld.
De toren is gerestaureerd in 2018
Klein-Zundert is ouder dan Zundert en reeds in 1157 was er sprake van een kerk aldaar waarvan het patronaatsrecht in handen was van de Abdij van Tongerlo, hetgeen zo bleef tot 1823. De kerk stond op de Raamberg, zo’n 2 km ten noordoosten van het huidige Klein-Zundert. Ze was oorspronkelijk van turfsteen en ze werd in 1516 vergroot in baksteen. Na sterke beschadigingen in de Tachtigjarige Oorlog, werd de kerk enigszins hersteld en bruikbaar gemaakt en deels voorzien van een nieuw interieur. In 1645 volgde een verdere vernieuwing en herstelling, waarbij ook wapenglazen werden geplaatst, gemaakt door de ‘glasschrijver’ Jean de la Habarre. Ook werden nieuwe altaren geplaatst, onder meer twee zij-altaren met lessenaars, door Alph. Jordaens, en een preekstoel door Hendrik van Velmen, naar voorbeeld van die te Minderhout. In 1648 werd de kerk aan de protestanten overgedaan, die er nooit kerkten. De kerk raakte in verval en werd in 1823 afgebroken.
De katholieken kerkten ondertussen in de pastorie en omstreeks 1672 werd een schuurkerk gebouwd. In 1775 werd het schuurkerkje vervangen door een substantiëler bouwwerk dat op haar beurt in 1823 werd vergroot door de materialen die vrij kwamen bij de afbraak van de middeleeuwse kerk. Dat kerkje werd in 1851 beschreven in Van der Aa als ‘een klein gebouw van eenen fraaijen toren en een orgel voorzien’. In 1909 werd het echter gesloopt omdat de nieuwe Sint-Willibrorduskerk werd gebouwd.
De huidige kerk werd gebouwd in 1909-1911 naar ontwerp van de Amsterdamse architect Jan Stuyt uit Amsterdam in samenwerking met Joseph Cuypers. Zij vertoont elementen van de Neo-Romaanse stijl. De (bouw)pastoor was Joannes Gerardus van Hoof en de kerk is ingewijd op 6 oktober 1910 door Monsiegneur Luypen. De eerder gebouwde kapel van de H. Antonius, die toen tegen de oude kerk stond, werd in de nieuwe kerk geïncorporeerd.
Het kerkgebouw heeft een driebeukige vorm met breed middenschip onder zadeldak staat haaks op de straat. De zijbeuken hebben per travee dwarsgeplaatste zadeldakjes. Tegen de achtergevel een halfronde absis onder leien dakbedekking. Links van het middenschip staat een vierkante toren onder zadeldak waarvan de nok evenwijdig aan het schip van de kerk loopt. In de topgevel is een stervormige wijzerplaat met Romeinse cijfers, uitgevoerd in tegels, aangebracht. De wijzers zijn van goudkleurig metaal. Het dak wordt bekroond door een goudkleurige haan.
De kapel van de H. Antonius is gebouwd rond 1880 onder leiding van pastoor Johannes Dekkers (1854-1891). Zij wordt opgetrokken in Ambachtelijk-Traditionele stijl, met Neo-Gotische elementen. In 1906 wordt de bisschop toestemming gevraagd tot oprichting van een kruisweg en plaatsing van een beeld van de Heilige Antonius van Padua.
De kapel heeft een houten betimmering in de kap met trekbalken. In de nis staat een natuurstenen altaar met beeld van de Heilige Antonius. Daarboven is in gotische letters het opschrift: “H. ANTONIUS ROEMRIJKE WONDERDOENER BVO” aangebracht.
Op 6 oktober 2010 bestond de Heilige Willibrordus Kerk 100 jaar. Dit werd gevierd op 13 juni 2010 in een eucharistieviering onder leiding van pastoor Joost de Bont. Ter gelegenheid hiervan werd een boek uitgegeven waarin zowel schriftelijk als illustratief de geschiedenis van de kerk is beschreven.
Zowel de kerk als de kapel zijn aangewezen als rijksmonument. Maar ook de pastorie en de muur rondom de oude begraafplaats, naast de pastorie, zijn rijksmonumenten. Op de oude begraafplaats bevinden zich nog 2 graven en sinds enkele jaren staat hier een monument ter nagedachtenis aan de burgerslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog uit Klein-Zundert. Een deel van het oude kerkhof is momenteel ingericht als strooiveld voor overledenen.
In 2019 hebben de vrijwilligers drie beelden geplaatst die geschonken zijn door de familie Jacobs (die woonde op de Raamberg, ter plaatse van de oude kerk). De ietwat kunstzinnige beelden zijn door Jacobs zelf vervaardigd naar evenbeeld van beelden in de Sint-Pius Basiliek te Lourdes.
Bavo werd rond 589 geboren in een adellijke familie uit Haspengau, het land rond Luik. Van zijn ouders had hij de naam Allowin meegekregen. Volgens de traditie was de latere heilige Odilia van Orp-le-Grand († 670; feest 30 juni) een zuster van hem; zij was van haar geboorte af blind, maar genas tijdens een bezoek aan het graf van Sint Lambertus. Hij trouwde met een dochter van graaf Adilio. Samen kregen zij een dochter genaamd Adeltrudis of Agletruide. Zij zou later op het landgoed dat zij van haar vader overnam, een kloostertje stichten.
Aanvankelijk was Allowin een woesteling, maar door de dood van zijn vrouw besefte hij – typisch middeleeuws – hoe kort en vergankelijk het leven was. Toen hij daarop de heilige bisschop Amandus ontmoette, kwam het tot een definitieve ommekeer in zijn leven. Hij gaf al zijn bezittingen weg en leidde van toen af het leven van een boeteling in de St.Pietersabdij te Gent. Nog weer later verkoos hij met toestemming van zijn abt Sint Floribertus de eenzaamheid van een holle boom niet ver daar vandaan om zich als kluizenaar geheel en al aan de Heer te kunnen toewijden.
Talloze mensen wisten hem in hun nood te vinden; hij troostte en bemoedigde ze, en genas ze; hij wekte zelfs een dode tot leven. Totdat hijzelf getroffen werd door een vreselijke ziekte. Omstanders wisten te vertellen hoe zijn opgewektheid niet leed onder de helse pijnen. Omringd door gelovigen, vrienden en zijn geestelijk leidsman die hij had laten roepen om hem bij te staan, stierf hij in de geur van heiligheid. Hij overleed omstreeks het jaar 660.
De door Amandus gestichte abdij Ganda werd later naar hem St-Baafsabdij genoemd. Ook de kathedraal in Gent is naar hem genoemd. Op veel plaatsen werd op 1 oktober de landpacht betaald, de zogeheten Bamispacht (‘Bamis’ is een verkorting van het woord Bavo-mis = de mis in de kerk op het feest van Sint Bavo). Guide Gezelle maakt er een toespeling op in een rijmpje;
Daar zijn twee kwa getijen in het jaar, zei boer Naestens:
Pasen, als men moet zeggen (=biechten)
En Bamese als men moet leggen (=belastinggeld betalen)
Volgens de overlevering zou Bavo een deel van zijn leven hebben doorgebracht in het Vlaamse plaatsje Mendonk; daar toont men de steen die hij als hoofdkussen gebruikt zou hebben. Hier wordt jaarlijks op de eerste zondag van oktober een bedevaart ter ere van hem gehouden. Op dezelfde dag is er in Moerzeke een rondgang met de reus van Bavo.
Bavo is ook de patroon van de Vlaamse stad Gent, van de Vlaamse plaatsen Wilrijk en Sint-Baafs-Vijve; daarnaast van de Hollandse stad Haarlem en van Heemstede. Hij komt ook voor in het gemeentewapen van het Limburgse plaatsje Nuth en Bavo is de beschermheilige van de Duitse stad Münster.
Hij is de patroon van valkeniers en zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen het mislukken van de oogst, tegen long- en keelontsteking en kinkhoest; zo bestaat er een oud versje te Rijsbergen:
Wie van de kinkhoest wil genezen,
ga naar Rijsbergen als voor dezen.
Sint Bavo wordt daarvoor geprezen.
Hij wordt afgebeeld met het zwaard van de ridder en de valk van de jacht. Beide attributen duiden op zijn adellijke afkomst en worden vaak geduid tot symbolen van zijn heiligheid.
In 1946 publiceerden Gabriël Smit (rijmpjes) en Piet Worm (prentjes) een boekje over heiligen voor kinderen: ‘Roosjes uit de Hemeltuin’. Het bevat ook een rijmpje voor Sint Bavo:
Sint Bavo, die zijn schatten zwaar,
Zijn goed, zijn wapenen, zijn boeken
Verliet om alleen God te zoeken
Tot hij Hem vond als kluizenaar.
Geef, dat mijn hart niet bouwt op geld
Maar slechts in God vertrouwen stelt.
De oorspronkelijk kerk van Rijsbergen stamde uit de 15e eeuw en lag tegenover het huidige kerkgebouw. De kerk is ontworpen door N.J.H. van Groenendael en werd gebouwd tussen 1915 en 1918. Tijdens de bouw van de nieuwe kerk bleef de oude kerk dienst doen. Een groot deel van het oude interieur is hergebruikt in de nieuwe kerk zoals beelden en delen van de zijaltaren. Er is wel een nieuw hoofdaltaar ontworpen en gebouwd.
In het Rijksmuseum te Amsterdam bevindt zich een monumentaal altaar afkomstig uit de kerk van Rijsbergen. Het is niet bekend om welk altaar het hier gaat, één van de zij-altaren of het hoofdaltaar, of wellicht een deel ervan. Hieronder ziet u er een afbeelding van.
Johan Henricus van Frankenberg (geboren als Johan Heinrich von Frankenberg-Lufwigsdorf te Glogau (Silezië, Polen), 18 september 1726 – Breda, 11 juni 1804) was aartsbisschop van Mechelen. Hij heeft zijn opleiding genoten aan het jezuïtencollege van zijn geboortestad en ging vervolgens naar de universiteit van Breslau en tenslotte naar het Duitse College in Rome, waar hij in 1749 tot priester werd gewijd.
Hij keerde terug naar Oostenrijk en werd onder andere hulpbisschop van Görz in Carniola van 1750 tot 1754. Hij werd als aartsbisschop van Mechelen en primaat van de Oostenrijkse Nederlanden aangesteld op 28 mei 1759. Hij werd tot kardinaal verheven op 1 juni 1778, maar door de Fransen verbannen in 1797. Hij nam ontslag als aartsbisschop op 20 november 1801. Hij leefde hierna in Borken (Duitsland) en later in Breda waar hij op 11 juni 1804 als balling stierf. Kardinaal Frankenberg werd op 14 juni 1804 in de oude kerk van Rijsbergen begraven. In 1921 werden zijn stoffelijke resten herbegraven in de nieuwe kerk.
Het Aartsbisdom van Mechelen wilde graag de stoffelijke resten van de kardinaal bijzetten in het mausoleum van de Sint Rombouts kathedraal in Mechelen. Als tegenprestatie schonk het Aartsbisdom van Mechelen vijf gebrandschilderde ramen aan de St. Bavokerk. Oorspronkelijk zouden er 7 geplaatst worden maar door de devaluatie van de Belgische munt konden er maar vijf ramen geplaatst worden.
Rijsbergen heeft toen een bot van de bovenarm achtergehouden en in een ossuarium geplaatst die in een vitrine vooraan in de kerk te bezichtigen was tot de inbraak in de kerk in juni 2012. De grafzerk van Kardinaal Frankenberg staat nog altijd tegen de zijgevel van de kerk.
Meer over het leven van Kardinaal Frankenberg leest u in het boek “ De Jonge Leviten van het seminarie van Gent te Wezel”. Hier verkrijgbaar als eBook.
Tegenover de kerk, naast de pastorie, verscholen in het groen, ligt het restant van een eeuwenoude begraafplaats. Het staat bekend als het weldoenerskerkhof en telt vijftien grafzerken. De naam dekt de lading, want de mensen die er begraven werden, hebben ‘goed gedaan’ in Rijsbergen. Zij betaalden aan de parochie meer dan andere parochianen. Overigens woonden zij niet allemaal in Rijsbergen, want na de Tachtigjarige Oorlog konden Bredanaars lange tijd niet in hun eigen woonplaat in gewijde grond begraven worden. Zij weken uit naar plaatsen als Meerle en Rijsbergen.
Het kerkhof werd in 1935 gesloten. Daarna raakte het sterk in verval; zerken raakten beschadigd en verdwenen. Pas in 2005 wist de Heemkundekring voldoende middelen bijeen te krijgen om de restauratie te bekostigen.
Nadat Achtmaal in 1862 een eigen kerk had gekregen, vonden de inwoners van Wernhout het hoog tijd dat ook zij een eigen kerkgebouw kregen. Wernhout kreeg eerst echter in 1883 een eigen schoolgebouw, voordat in 1926 door de toenmalige bisschop van Breda, Mgr. Hopmans, toestemming werd verleend tot de bouw van een kerk in Wernhout. Alhoewel het grootste deel van de inwoners voorstander was van een nieuw kerkgebouw, waren er toch ook inwoners welke hiertegen fel gekant waren. Op Wernhoutsburg was namelijk het seminarie der Lazaristen gevestigd waar vele omwonenden de Heilige Mis aldaar bijwoonden. Zij hadden angst dat door de komst van een nieuwe kerk, de mogelijkheid om de diensten te volgen te Wernhoutsburg voorbij zou zijn. Ook de bouw van de nieuwe kerk ging niet van een leien dakje. Het vergde veel inspanning om een geschikte locatie te vinden. Toen dit eenmaal gelukt was, bleek dat het bouwterrein ruim 1 meter lager lag dan de openbare weg. Maar liefst 10.000 karren zand werden aangevoerd om het perceel bouwrijp te maken.
Als bouwpastoor werd op 23 september 1926 pastoor Bielars benoemd, welke tot dan toe kapelaan in Terheijden was. De aanbesteding voor de bouw werd op 27 oktober 1926 in café “Tramstation” van Louis van Tichelt gegund aan architect Jac van Groenendaal uit Breda. Op 2 februari 1927 vond de eerste steenlegging plaats en ter gelegenheid hiervan werd een oorkonde ingemetseld. Uiteindelijk werd op 16 september 1927 de nieuwe kerk geconsacreerd door Mgr. Hopmans. In het geconsacreerde altaar zijn relieken ingemetseld van de Heilige Fulgentia en Justa, twee martelaressen uit de eerste tijden der Christenen te Rome.
De kerk is een bakstenen Christo-centrische kerk, soms ook volkskerk genoemd. Dit is een driebeukig kerktype waarbij het middenschip zeer breed en de zijbeuken smal zijn en voornamelijk als loopgang in gebruik zijn. Met dit kerktype werd in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw geëxperimenteerd bij de rooms-katholieke kerkenbouw. Maximale betrokkenheid van de gelovigen bij de eredienst staat hier voorop door het realiseren van een vrij uitzicht op het altaar.
Gedurende de oorlog werd de pastorie regelmatig door de Duitsers gevorderd voor de inkwartiering van haar soldaten. Volgens de notities van de pastoor, maakten zij er vaak een heuse varkensstal van. Ook werd de torenklok in de oorlog door de Duitsers gevorderd. Na de oorlog, op 24 juli 1947, arriveerde de nieuwe klok welke een gewicht had van 300 kg en opschrift draagt; “Maria, Moeder van Altijddurende Bijstand”
Bij de installatie van de eerste pastoor van Wernhout, pastoor Bielars, was het hele dorp uitgelopen en werd Wernhout uitbundig versierd met guirlandes en groene boompjes. Bij het 25-jarig priesterfeest van pastoor Bielars op 21 mei 1935 schonken de parochianen een nieuwe Kruisweg aan de kerk.
Omdat Wernhout een grensgemeente was, was het tijdens de tweede Wereldoorlog een ideale plaats om vluchtelingen de grens over te laten steken. Familie van Hasselt aan de Lentsebaan ving tientallen Franse krijgsgevangen, Joodse vluchtelingen en piloten op om ze verder te helpen. De familie hield nauw contact met pastoor Bielars die hen op de hoogte stelde als er piloten op komst waren. De zoons van familie van Hasselt lieten vaak hun fiets achter bij de pastoor zodat hij beschikte over vervoer voor de vluchtelingen. Op 18 maart 1967 stierf pastoor Bielars en werd te Wernhout begraven.
Op 17 september 1952 vierde de parochie haar 25-jarig bestaan, waarbij de parochianen ter gelegenheid hiervan een Heilig Hartbeeld schonken en dit op het kerkplein lieten plaatsen. Pastoor Bielars schonk aan de parochie nieuwe gebrandschilderde ramen in de devotiekapel en een nieuw marmeren altaar hiervoor.
De opvolger van Pastoor Bielars, Pastoor Rombouts, bracht meteen na zijn aantreden noodzakelijke vernieuwingen aan in de kerk. Nieuwe verlichting en een geluidsinstallatie werden aangeschaft. Ook de daken en goten werden vernieuwd en op 5 december 1961 werd het nieuwe altaar geconsacreerd door Mgr. Baeten. De relieken van het vorige altaar werden in het nieuwe overgebracht.
Tussen 1233 en 1281 moet er al een eerste parochiekerk voor Groot-Zundert gebouwd zijn. In 1487 is er sprake van de bouw van een nieuwe kerk.
In 1648 wordt deze, de zogenaamde oude kerk van Zundert, in bezit genomen door de hervormden. De meeste Zundertenaren blijven de oude religie trouw en gaan naar de kerk in de schuurkerk op het grondgebied van Meir net over de grens en later naar de schuurkerk aan de Molenstraat. Voor de schuurkerk aan de Molenstraat wordt belasting aan de overheid betaald, zodat deze gedoogd wordt.
In 1798 wordt de oude St. Trudokerk weer bezit van de rooms-katholieken. Er waren na telling in Groot-Zundert 2016 katholieken, waarvan 666 kinderen. Er waren slechts 61 protestanten, waarvan 24 hun geloof beleden door naar de kerk te gaan. Voor de protestantse gemeente komt er een nieuw kleiner kerkje, het huidige “van Gogh”-kerkje. Na anderhalve eeuw vindt de reconciliatie (verzoening) plaats van de oude kerk, doordat de pastoor er voor het eerst sinds lang de H.Mis opdraagt.
Maar de dominee had in 1796 zich al beklaagd over de toestand waarin de kerk verkeerde: “schier onbruikbaar”. Ook voor de protestantse diensten was de situatie onhoudbaar geworden. De protestanten hadden zoals ook overal in den lande de roomse inrichting verwijderd en de kerk witgekalkt. Verder was er aan onderhoud door de kleine gemeenschap nooit iets gedaan. Het kerkbestuur van de parochie begon de kerk echter weer geschikt te maken voor de eredienst.
In 1802 wordt het meubilair van de opgeheven St. Michielsabdij te Antwerpen aangekocht. Achteraf was dit een gouden greep. Het gaat om een hoogaltaar met de beelden ( uit 1623 )van de Moeder Gods met Kind, de Aartsengel Michaël en de heilige Norbertus, twee zijaltaren met schilderijen uit de zeventiende eeuw en biechtstoelen ( dezelfde stijl vindt men in de Carolus Borromeuskerk te Antwerpen ).
De nieuwe kerk van St. Trudo te Groot-Zundert: blz. 76 en 77 van “De gouden Kerken van Zundert en Wernhout.” De aanloop naar een nieuwe kerk: binnenskamers was al lang gesproken over de ontoereikendheid en de slechte toestand van het kerkgebouw. Daardoor nog minder geld naar onderhoud. Men wilde de toren ( van de gemeente ) eerst in bezit krijgen, men wachtte op de pensionering van burgemeester van de Wall.
Plannen voor verbouwing en uitbreiding van de oude kerk. Advies tot nieuwbouw. Mei 1925 viel met een daverende klap een stuk uit het plafond. Noodplafond. Bisdom en kerkbestuur kiezen voor nieuwbouw. Oprichting parochie te Wernhout. Advies om wellicht een nieuwe kerk wat kleiner te bouwen.
Geldwerving. Eerste steenlegging door bouwpastoor Van den Muysenbergh op 4 maart 1927. Consecratie van de nieuwe kerk op 23 november 1927 door mgr. Hopmans.
De oude en de nieuwe kerk hebben enige tijd zusterlijk naast elkaar gestaan. Tijdens de bouw zijn het uurwerk en de klokken, die nog van de gemeente waren, naar de nieuwe toren overgebracht. Zij werden in 1930 in eigendom aan de parochie afgestaan. September 1928 begint de sloop van de oude kerk. Juni 1929 bleven er enorme puinhopen achter. In 1930 zijn deze pas weg. In 1937 wordt de toren van de oude kerk pas gesloopt. (Gemeente was eigenaar en er uiteindelijk voor, kerkbestuur was voorstander, Monumentenzorg twijfelend, maar stelde nooit geld beschikbaar voor restauratie).
Februari 1943 worden de klokken uit de toren gehaald en afgevoerd door de Duitse bezetter. Zoals op zoveel andere plaatsen heeft ook in Zundert deze schanddaad, een vergrijp tegen de Kerk en een weerzinwekkend gebruik van de heilige klokken voor de vernietiging van mensenlevens, de gelovigen diep in het hart geraakt, al waren er velen, die er een voorteken in zagen van het naderende einde van de overweldiger. “De klokken uit de toren…de oorlog verloren.” “Die met gewijde voorwerpen schiet, die wint de oorlog niet.” Pastoor Van den Muijsenbergh bestelde in 1947 drie nieuwe klokken. Hij had ze graag gehad op het St. Trudofeest van 1947, toen dat niet kon voor Pasen 1948. Toen dat ook niet kon, drong hij aan onder het motief dat hij binnenkort 80 werd en dat hij maar een wens meer had: de klokken nog te horen luiden. December 1948 strooiden de nieuwe klokken (Trudo, Josephus en Maria) hun gewijde klanken uit over het Zundertse. In 1949 wordt op de plaats van de oude toren het in 1937 reeds geplande H.Hartbeeld geplaatst. 18 december 1951: In de leeftijd van 83 jaar, in het 58e jaar van zijn priesterschap komt bouwpastoor Cornelis Maria Jozef van den Muysenbergh te overlijden op de pastorie.
Pastoor Buijks wordt de nieuwe pastoor. Maar in Sluis, waar hij de kerk na de oorlog opnieuw had gebouwd, had hij teveel van zichzelf gevraagd. Zijn pastoraat duurde kort. Hij stierf op 2 februari 1955. Hij werd opgevolgd door pastoor Rops. In 1961 schaft pastoor Rops het nieuwe kerkorgel aan. Het cadeau van zijn veertigjarig priesterfeest in 1964 bestemde hij voor de aanschaf van koperen lichtkronen, die tot op de dag van vandaag de Trudokerk een voorname uitstraling geven.
Kapelaan van Ginneken werd in 1967, na het emeritaat van pastoor Rops, de nieuwe pastoor van Zundert. In verband met de liturgievernieuwing tengevolge van het Tweede Vaticaans Concilie in de zestiger jaren wordt het priesterkoor in de Trudokerk aangepast met als bekroning een prachtig nieuw altaar van de beeldhouwer Jan Vaes. Hierover is overigens heel wat te doen geweest. Critici vonden het niet nodig in deze tijd nog zulke uitgaven voor een altaar te doen. Toch is het een blijvende bijdrage, een eigentijds monument, in de Trudokerk. Pastoor van Ginneken was weer een echte bouwpastoor: wat betreft het kerkgebouw, de pastorie en de Stichting Margriet van de Laer. Heel de kerk werd in enkele jaren voortvarend onder handen genomen. De schilderijen worden gerestaureerd met de toentertijd bekende technieken. Besprekingen gestart over de restauratie van de beelden ( deze zouden zich voortslepen, tot teleurstelling van de pastoor, zelf zou hij de realisering niet meer meemaken ). Zondag 21 november 1977 viert de parochie het 50-jarig jubileum van de kerkwijding. Bisschop Ernst gaat voor in de Eucharistieviering met als thema:
“Samen kerk-zijn in het heden en de toekomst.” Het jubileumcadeau is ruim 7500 gulden voor een zilveren kroon en scepter voor het beeld van Maria, de Moeder Gods. Pas in 1980 zijn de kroon en de scepter gereed en tijdens een Moederdag-Mariaviering wordt het beeld gekroond. In 1983 wordt Jos Demmers op zaterdag 24 september in de Trudokerk tot priester gewijd. Dit jaar gaat pastoor van Ginneken met emeritaat. Tot en met 1983 bedienden dus nog drie priesters deze parochie: Pastoor van Ginneken met als mede-pastores van de Wijngaart en Demmers.
Van de Wijngaart wordt de nieuwe pastoor en Jos Demmers kapelaan tot deze in juni 1986 de Trudo verlaat om elders pastoor te worden.
In 1987 bestaat de kerk 60 jaar. In dit jaar wordt een grote loterij gehouden voor de restauratie van de toren met een resultaat ruim voldoende om de werken te doen uitvoeren. Op zondag 22 november is er een plechtige Eucharistieviering vanwege het jubileum en de toren die klaar is. Zoals bij het gouden jubileum is er ook nu weer een tentoonstelling en zijn er activiteiten van ontmoeting.
Februari 1992 gaat pastor Resenk met emeritaat en krijgt Zundert een nieuwe pastoor: drs. Frans Verheije. Samen met het parochiebestuur worden de werkzaamheden aan de kerk krachtig ter hand genomen via meerjarenplanning wat betreft restauratie en groot onderhoud. Daken en goten worden in fases vernieuwd. De albasten beelden van Maria, de aartsengel Michael en de heilige Norbertus uit de St. Michielsabdij werden eerst schoongemaakt om een restauratieplan te kunnen maken en in 1998 werd de restauratie tot een goed einde gebracht. Het resultaat mag er zijn.
Januari en februari 2001 wordt de Trudokerk van binnen geschilderd en van nieuwe verlichting voorzien. Het resultaat mag gezien worden. Maart 2001 wordt de kleine puntdaktoren van de kerk van een nieuwe leien bedekking voorzien en het kruisje opgeknapt. Pasen 2001 werd een nieuw kunstwerk op het altaar onthuld. Het is een anonieme schenking. De pastoor mocht zijn gedachten laten uitwerken door goudsmid Polders in Kevelaer: een kruis met de verheerlijkte Christus van Pasen met zes bijpassende kandelaars. De Christus-figuur roept ons uit het donker naar het licht, uit de dood naar het leven. De gedachte is dat de altaartafel met het kruis het centrum van de kerk is en dat het altaar meteen bij binnenkomst de aandacht naar zich toe mag trekken als plaats en teken van hoop. De Sint Trudokerk die een “vanwege-monument” was (vanwege het interieur) wordt in zijn geheel aangewezen als beschermd monument ( augustus 2001 ).
We gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalde bezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies. Lees ons "Privacybeleid" voor meer informatie.
Cookie | Duur | Beschrijving |
---|---|---|
cookielawinfo-checkbox-analytics | 11 months | This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookie is used to store the user consent for the cookies in the category "Analytics". |
cookielawinfo-checkbox-functional | 11 months | The cookie is set by GDPR cookie consent to record the user consent for the cookies in the category "Functional". |
cookielawinfo-checkbox-necessary | 11 months | This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookies is used to store the user consent for the cookies in the category "Necessary". |
cookielawinfo-checkbox-others | 11 months | This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookie is used to store the user consent for the cookies in the category "Other. |
cookielawinfo-checkbox-performance | 11 months | This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookie is used to store the user consent for the cookies in the category "Performance". |
viewed_cookie_policy | 11 months | The cookie is set by the GDPR Cookie Consent plugin and is used to store whether or not user has consented to the use of cookies. It does not store any personal data. |